Op weg naar de milieustraat van de toekomst
Overshoot Day, de dag dat alle grondstoffen die de aarde natuurlijk voortbrengt zijn opgebruikt, viel dit jaar eind juli. Eén dag eerder dan vorig jaar. Dit moet anders. Om het grondstofverbruik te verminderen en afval zoveel mogelijk te beperken wil Nederland in 2050 volledig circulair zijn. Veel bedrijven en instellingen gaan hierom over op een circulaire bedrijfsvoering. Ook de milieustraat zoals we die nu kennen moet op de schop. In het rapport ‘Milieustraat van de Toekomst’ schetst Michiel van Wickeren, adviseur Circulaire Economie bij Modulo Milieustraten hoe een circulaire milieustraat er uit kan komen te zien.
In opdracht van Rijkswaterstaat was hij samen met het Modulo-team bijna een jaar bezig. Voor het onderzoek bezochten zij milieustraten in verschillende gemeenten, spraken met medewerkers en wetgevers om in kaart te brengen waar kansen liggen. Maar ook wat er anders kan.
Van rotzooi afkomen
Volgens Van Wickeren zien mensen een milieustraat vooral nog als ‘de stort’. ‘Je gaat erheen om van je oude spullen of rotzooi af te komen. Mensen gooien heel erg veel bij het grofvuil. Van elektronische apparaten tot meubels. Wat je nu vaak ziet is dat het wordt gescheiden en grondstoffen laagwaardig worden gerecycled. Het gaat in een grote schredder en als je geluk hebt, wordt het metaal omgesmolten om weer te gebruiken. Maar veel van deze stromen belanden in de verbrandingsoven.’
Zonde, vindt hij. ‘Ken je het boek ‘De verborgen impact’ van Babette Porcelijn? Zij is industrieel ontwerper en heeft onderzoek gedaan waar de milieu-impact het grootst is. Tegenwoordig focussen we ons veel op vliegen, autorijden en vlees – heel goed natuurlijk -, maar zij laat zien dat het grootste probleem in onze consumptie van spullen zit. We willen steeds nieuwe dingen. Voor die spullen moeten weer grondstoffen komen en fabrieken draaien.’
Trouwjurk van oude jurken
En de ‘oude’ spullen? ‘Die belanden bij het afval. We beseffen veel te weinig dat in afgedankte spullen nog waarde kan zitten. Vaak zitten er nog bruikbare onderdelen in, die hoef je dan niet opnieuw te produceren. Of je kunt bepaalde materialen opnieuw gebruiken.’
Dat moet dus anders en hier kunnen, volgens van Wickeren, Circulaire Ambachtscentra een rol spelen. En, zo vertelt hij enthousiast: ‘Op kleine schaal gebeurt het al. In Almere bijvoorbeeld, treedt de gemeente in de milieustraat op als een soort grondstoffenmanager. Zij vragen ondernemers welke materialen ze nodig hebben. Hier reageerde een kledingontwerpster op die bezig was met een trouwjurk van oude jurken. Ook zie je milieustraten die samenwerking zoeken met meubelmakers om onderdelen te hergebruiken of houtstromen over te nemen. Deze samenwerking is belangrijk om een afzetmarkt voor grondstofstromen te vinden.’
Zoeken naar juiste businesscase
Toegegeven, deze afzetmarkt vinden is nog een uitdaging. ‘Om bijvoorbeeld meubels of elektrische apparaten te demonteren, heb je extra personeel nodig en meer ruimte. Dat kost geld. Maar we geloven in de circulaire economie en ik denk dat grondstoffentekorten ertoe zullen leiden dat deze manier van werken op den duur rendabeler is. Maar op dit moment zijn milieustraten nog heel erg zoekende naar een goede businesscase voor grondstofstromen.’
Wat kunnen andere milieustraten volgens hem het beste doen om circulairder te worden? In het rapport stelt Modulo Milieustraten een routekaart met drie verschillende haltes voor hoe milieustraten kunnen verduurzamen. ‘Allereerst is het belangrijk om de basis op orde te hebben. Volgens de wet zijn milieustraten verplicht afvalstromen in 18 verschillende fracties te scheiden. Zorg voor een nette en goede fractie-aanduiding, dit stimuleert bezoekers weer om minder bij het grofvuil te gooien. Dat is de eerste halte. Als dit op orde is, kun je als milieustraat extra stappen zetten.’
Routekaart naar Circulair Ambachtscentrum
De tweede halte is vooral gericht op het fijnmaziger inzamelen van grondstoffen. Nu wordt hout bijvoorbeeld ingezameld als A en B hout. Maar hierin kun je volgens Van Wickeren meer onderscheid in maken. ‘Misschien komen er wel balken binnen die particuliere klussers direct kunnen gebruiken. Of meubelmakers die bepaalde stukken of onderdelen overnemen. Door samenwerking te zoeken met lokale partijen creëer je vervolgens een afzetmarkt.’
Binnen deze tweede halte, krijgen medewerkers op de milieustraten een belangrijkere rol. ‘Zij moeten bezoekers uitleggen hoe ze spullen moeten scheiden. Misschien hoeft het niet weg, maar kan iets ook naar de kringloop. Medewerkers worden zo afvalcoaches en brengen iets bij aan bezoekers.’
Als laatste halte – en meest futuristische – wordt de milieustraat ‘meer dan alleen een milieustraat’. Hoe dat er dan uit moet zien? Van Wickeren: ‘Een Circulair Ambachtscentrum moet een spiegel zijn van onze consumptiemaatschappij. Geen wijzend vingertje, maar wel een plek waar het gedrag bewust en onbewust wordt beïnvloed om duurzamere keuzes te maken. Een inspirerende plek waar je met schoolklassen langskomt voor educatie en een plek waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt spullen uit elkaar halen en sorteren. En een plek waar overheid samenwerkt met bedrijven en burgers om grondstoffen niet verloren te laten gaan.’
Op 12 september vertelt Michiel van Wickeren meer over de ‘Milieustraat van de toekomst’ tijdens de online lunchlezing.