Circulair maakonderwijs leert kinderen nieuwe skills tegen materiaalverspilling

Gepubliceerd op 23 januari 2023

Op basisscholen is weinig aandacht voor hoe je iets maakt of spullen repareert. En dat is zonde, vinden Wytske de Man en Esther Keijser. Zij bedachten een programma voor circulair maakonderwijs en testten dit op drie basisscholen in de gemeenten Bergen, Heiloo en Uitgeest. De eerste modules Wol en Textiel zijn inmiddels succesvol afgerond. Plannen voor de volgende module liggen er ook al: fietsen maken.

‘Uiteindelijk is het doel dat iets maken en spullen repareren onderdeel worden van het lespakket’, legt Esther Keijser, projectleider van het circulair ambachtscentrum bij de BUCH-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo). Volgens haar is het belangrijk dat kinderen al vroeg leren bewust om te gaan met materiaal en spullen. ‘We consumeren erop los en zien waardevolle materialen als afval. Dit terwijl we te maken hebben met een klimaatcrisis en een wereldwijd grondstoffentekort. Daarom is het goed als kinderen al op de basisschool leren wat de waarde hiervan is. Of skills leren om kapotte spullen te repareren. Hierdoor zullen ze bewuster omgaan met grondstoffen.’

Maar hoe begin je hiermee en vertaal je dit gedachtegoed naar een onderwijspakket? Hiervoor kwam Keijser terecht bij Wytske de Man. De Man ontwikkelde eerder maakonderwijs op de Alan Turingschool in Amsterdam. Op deze school heeft maken een centrale plek in het lespakket gekregen. De Man: ‘Leerlingen leren hoe systemen en apparaten werken. Daarnaast gaan ze zelf aan de slag om iets te maken. Samen met Esther heb ik hier circulariteit aan toegevoegd. Dus: hoe zorg je er voor dat spullen niet zomaar worden weggegooid? Of hoe leer je kinderen dat niet alles wat wij nu zien als afval dat ook daadwerkelijk is? En hoe kunnen we dingen maken met lokale grondstoffen?’

Schapen in de klas

Keijser en de Man werkten hiervoor samen met Marijke Dirkson, een schaapsherder uit Egmond. Zij nam haar schapen mee naar de scholen voor lessen over wol. ‘Zo kunnen leerlingen zien en voelen waar wol vandaan komt. De leerlingen vinden het onbegrijpelijk dat we wol als afval zien’, legt De Man uit. Vervolgens gingen de leerlingen zelf aan de slag met technieken om wol te bewerken. Het schoonmaken van de wol, spinnen en vilten leerden de kinderen van experts uit het atelier van Claudy Jongstra, een bekende Nederlandse viltkunstenaar en handwerkexperts van Wolatelier de Krachtige Kudde (Egmond Binnen).

De kinderen viltten pantoffels, maakten wollen dekens en een groepje jongens van basisschool de Branding uit Egmond maakte er een groot kussen van. Ook bedachten ze een plan voor de toekomst: een fabriek voor isolatiemateriaal van wol. Keijser: ‘Het gaat erom dat de leerlingen de technieken leren en vanuit hun eigen creativiteit iets maken. Twee meisjes van de Bosschool in Bergen zijn zelfs zo enthousiast dat ze nog steeds wol bij Marijke halen om pantoffels te maken. De kinderen leren niet alleen nieuwe technieken, maar gaan ook anders denken over materialen en grondstoffen. Het leuke is dat kinderen dit gedachtegoed weer delen met hun ouders of grootouders. Zo verspreidt het zich als een olievlek verder.’

Iets kleins doen tegen klimaatproblemen

Voor de lessen textiel gingen de kinderen langs bij de plaatselijke kringloopwinkel van Noppes, hier leerden ze onder leiding van fashion designer Laura Meijering van Unravelau over de gevolgen van de fast-fashion industrie. Terug in de klas maakten ze een tas van overblijfselen uit de kringloopwinkel.  Ook hierbij kregen de kinderen hulp van handwerkexperts uit de regio om verschillende technieken te leren.

Volgens De Man zijn heel veel onderwijsmakers bezig met klimaatproblematiek, maar wordt er eigenlijk geen oplossing geboden. ‘Kinderen schrikken als ze horen hoeveel water je nodig hebt bij de productie van kleren. Of ze checken de afkomst van hun eigen kleding als ze beelden van leeftijdsgenoten achter een naaimachine in Bangladesh zien. Door ze ook concrete technieken te leren, kunnen ze direct iets doen aan klimaatproblematiek.’

Volgende pilot ligt al klaar

De volgende pilot ligt al klaar en hierover zijn Keijser en De Man minstens net zo enthousiast. ‘We gaan met lokale fietsenmakers samenwerken om leerlingen te leren over staal en hoe ze een fiets maken en opknappen. We moeten met z’n allen veel zuiniger omgaan met de beschikbare grondstoffen op aarde, daarom is het belangrijk dat kinderen technieken leren om dingen te repareren.’

Keijser en De Man zouden het fantastisch vinden als maakonderwijs een structureel onderdeel wordt van basisonderwijs in de BUCH-gemeenten. Hiervoor zetten ze een platform op waar deelnemende scholen, experts en vrijwilligers hun kennis kunnen delen. Keijser: ‘Zo hebben we de verschillende technieken laten filmen zodat ze weer doorgegeven kunnen worden en leraren op andere scholen hier iets aan hebben. De bedoeling is dat het een groot open source project is waar iedereen aan kan bijdragen. Hiermee willen we maakonderwijs opschalen en op meer scholen gaan toepassen.’


Schaapsherder Marije Dirkson legt de leerlingen van kindcentrum De Branding in Egmond aan Zee alles uit over wol.
Leerlingen van kindcentrum De Branding in Egmond aan Zee aan de slag met wol in de klas.
Vier leerlingen van de Bosschool in Bergen pronken met hun zelfgemaakte tas bij wethouder Ernest Briët.