Verslag netwerkdag: Circulair en financieel gezond


Hoe zet je als gemeente een circulair ambachtscentrum op? En hoe overleef je als circulair netwerk in een lineaire economie? Met dit soort vragen kwamen er veel mensen op 1 februari 2024 naar de Netwerkdag Circulair Ambachtscentrum in het Hof van Cartesius. Het thema van de dag was circulaire businessmodellen. Op het puntje van zo’n 60 stoelen werd er geluisterd naar presentaties over hoe zo’n businessmodel eruit kan zien. En – belangrijk! – hoe je je circulaire activiteiten ook financieel gezond kunt maken.

‘Wie doet er weleens iets circulairs?’, trapt moderator Kirsten Op het Veld de dag af. Een aantal van de aanwezige medewerkers van gemeenten, kringloopwinkels, werkplaatsen, innovatielabs en kennisinstituten, en geïnteresseerde particulieren steekt de hand op. Voorbeelden als met oud textiel kleding repareren en hergebruik van broodzakken, spreken tot de verbeelding. Maar om de wereld te redden met een goed lopend circulair ambachtscentrum (CA) is meer nodig.

Vijf bouwstenen

‘Wie een CA wil starten moet minstens vijf bouwstenen met elkaar verbinden’, legt Guus van den Berghe van Programma Circulair Ambachtscentrum uit. Een netwerk van milieustraat, kringloopwinkels, reparatiespecialisten, onderwijs en het sociaal domein is minimaal nodig voor een circulaire keten waarin materiaal, reparatiecapaciteit, verkooppunten en arbeidskracht een plek vinden. Momenteel zijn er in Nederland zo’n honderd van dit soort initiatieven gaande, in verschillende stadia van ontwikkeling. ‘Die kunnen samen vanuit 1 locatie werken, maar er zijn ook netwerken waarbij elk onderdeel vanuit een eigen werkplek opereert’, vult hij aan. In Nederland staan we er trouwens best goed voor, maar er is ook ruimte voor groei. Guus: ‘In 2030 willen we een landelijk dekkend netwerk hebben om een maximale levensduurverlenging te realiseren.’

Wie een goed en financieel gezond CA wil opzetten, heeft een circulair businessmodel nodig. Maar hoe ziet zo’n model eruit? En hoe maak je het concurrerend in een economie die nog grotendeels lineair is ingericht? Vanuit de zaal klinkt wat gemopper: ‘Met de huidige btw-tarieven is reparatie vaak duurder dan nieuwkoop.’  En: ‘Met de huidige wetgeving mogen we spullen met een stekker niet repareren.’ Ook komt er kritiek omdat materiaal dat eenmaal ingeleverd is bij de milieustraat, niet meer van zijn afvalstatus afkomt en dus niet meer terug in roulatie mag. Guus geeft aan dat waar deelnemers tegenaan lopen in de praktijk waardevolle informatie is om te horen. Dan kunnen we dit bij het ministerie van IenW aankaarten en bespreken hoe dit soort problemen op te lossen.

Het tussenbatermodel

Toch hoeven de aanwezigen ondertussen niet stil te zitten. Want er zijn meer manieren om een organisatie rendabel te maken, zo weet Iris Grobben van Circo. Volgens haar bestaat er dan ook niet zoiets als hét circulaire businessmodel. Aan de hand van vijf verschillende businessmodellen laat ze zien dat er op meerdere manieren waarde kan worden gecreëerd. Zoals een klassiek model waarbij een goed ontwerp en goede materialen de levensduur verlengen. Of het toegangsmodel waarbij de gebruiker betaalt voor het gebruik van een product, zonder daarvan de eigenaar te worden (denk aan een deelauto). Voor de CA’s acht Iris het zogeheten tussenbatermodel het meest geschikt, waarbij waarde wordt gecreëerd door kapotte spullen te repareren en end-of-life producten en onderdelen hernieuwd in te zetten. Waarde kan daarbij worden gecreëerd door een langere levensduur van de producten, omzet uit de eventuele verkoop van de spullen én door klantenbinding door intensief klantencontact. Circo oefent daarnaast ook invloed uit bij merken om aan de voorkant van het productieproces producten zo te ontwerpen dat ze gerepareerd kunnen worden.

Klantenbinding en positionering

Haar hoopvolle geluid wordt onderstreept door Antoine Heideveld van Het Groene Brein. Antoine helpt - net als Iris - bedrijven bij het faciliteren van circulaire businessmodellen, waarbij hij wordt bijgestaan door een netwerk van ruim 140 wetenschappers. Hierdoor beschikt hij altijd over de laatste kennis en innovaties. Aan de hand van voorbeelden laat hij zien hoe de circulaire economie hier en daar al vorm begint te krijgen. De BlueMovement van onder meer Bosch dat al naam maakt met het product-as-a-servicemodel waarbij huishoudelijke apparaten niet meer worden verkocht, maar verhuurd. Of Zeeman die samen met kringlooporganisatie Het Goed tweedehands spullen opneemt in de winkel. En onlangs opende in Amsterdam naaiatelier United Repair Center de deuren waar klanten van onder meer Decathlon en Patagonia hun spullen kunnen laten repareren op kosten van die merken zelf. Zelfs fast-fashionketen H&M richtte al een reparatieservice in. De waarde van dit soort activiteiten zit hem wederom in klantenbinding, maar volgens Antoine ook in het verhaal waarmee dit soort merken zich kunnen positioneren.

Upcycle Centrum Utrecht

Na zoveel hoopvolle voorbeelden, blijft de vraag hoe je specifiek een CA financieel en sociaal gezond kunt maken. Iemand die daar veel van weet is Sanderine van Odijk van Loops of Value. Als business developer was zij al betrokken bij circulaire projecten als De Clique en De Ceuvel. Momenteel werkt ze samen met de gemeente Utrecht aan een Upcycle Centrum, dat komende zomer de deuren opent op het terrein van het Hof van Cartesius – de 3500 vierkante meter groene en circulaire proeftuin waar we ons die dag bevinden.

De doelstellingen die er liggen variëren van het reduceren van afval en het ondernemersnetwerk versterken tot meer upcycleproducten afzetten en (sociale) werkgelegenheid en opleiding bieden. Het businessmodel dat Sanderine hiervoor voorstelt leunt op huurinkomsten van ateliers en werkplaatsen, afdracht en winstdeling van productverkoop en workshops, lidmaatschap en partnerbijdrages, en projectfinanciering en subsidies. Sanderine: ‘Dit model kunnen we eventueel versterken met zaken als het faciliteren van sociale arbeid of bijdragen van producenten vanuit de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV).’

Diverse deelactiviteiten

In de middag was er ruimte voor deelactiviteiten. Mark Boekenstijn liet zien hoe ‘zijn’ Stichting Stunt in Delft vanuit een sociaal perspectief de verkoop van diverse diensten en producten koppelt aan acht leerwerkbedrijven en daarmee financieel en sociaal gezond is. Lisanne van Geffen deed onderzoek naar de gedragseffecten van consumenten bij verschillende circulaire businessmodellen om daarmee een bijdrage te kunnen leveren aan diezelfde modellen. Judith Beltman en Michiel van Wickeren van Stantec hadden een eigen verhaal over hoe je nou tot een organisatiemodel en een daarbij passend businessmodel komt. En Kirsten Op het Veld en Lotte Kloos legden uit hoe ze de Circulaire Hotspot in Zandvoort een ‘gezicht’ gaven door stakeholders te betrekken. Iwan Gerritsen van het Impact Institute gaf inzichten mee hoe je de positieve impact en maatschappelijke waarde inzichtelijk kunt maken.

Al met al een geslaagde dag waarop de aanwezigen nieuwe inzichten, ideeën en contacten opdeden. En waarop duidelijk werd dat een circulaire economie binnen handbereik ligt.

>> Sfeerimpressie Netwerkdag


Concrete tips

Na afloop hoorden we enkele voorbeelden van tips waar deelnemers zelf mee aan de slag willen. We noemen hier een paar. Misschien heb jij er ook iets aan.

  • De Spullenbak van de Gemeente Den Haag: bewoners en makers bundelen krachten om nieuwe producten te maken van spullen of materialen die normaal gesproken in de prullenbak belanden. Er wordt vraaggericht ingezameld zodat de makers de spullen ook echt kunnen gebruiken voor nieuwe producten.
  • Een deelstation inrichten voor gereedschap dat mensen kunnen huren om eigen reparaties thuis uit te voeren.
  • Gemeentes moeten bij het opzetten van een CA alle afdelingen betrekken die voor een CA van belang zijn. Dus niet alleen de duurzaamheidsafdeling of circulaire economie, maar ook afdelingen die zich bezig houden met sociaal domein en onderwijs.
  • Om een CA op te zetten is een ondernemend iemand nodig die weet hoe je een bedrijf runt. Iemand die dus ook weet hoe je weer materialen of producten kunt afzetten en verkopen.